Met een glibberige schubbenhuid en een felblauwe tong is de Blauwtongskink een bijzonder dier om te zien. Als je alleen de kop van het dier ziet zou je bijna denken dat er een slang op de loer ligt. Deze - oorspronkelijk in Australië voorkomende - skink gebruikt zijn opvallende tong als afschrikmiddel. Door de onnatuurlijke felle kleur denken vijanden dat het dier giftig is en laten ze hem links liggen. Door het exportverbod wordt er veel illegaal gehandeld in de soort. Bij het terrarium in het onderzoeksstation van Paco lees je alles over deze handelswijze en de risico's voor de dieren.
Algemene informatie Blauwtongskink
Latijnse naam: Tiliqua scincoides scincoides
De Blauwtongskink komt oorspronkelijk voor in Australië. Ze leven daar op droge gebieden, zoals half woestijn en droge bosranden. Het zijn echte bodembewoners. 's Nachts verbergen ze zichzelf onder stenen, tussen rotsspleten of in holen van andere dieren. Omdat de soort - net als veel reptielen - koudbloedig is benutten ze veel tijd om zich op te warmen. Ze positioneren zich in de volle zon en nemen zo veel mogelijk warmte op. Blauwtongskinken zijn omnivoor; ze eten voornamelijk plantendelen, maar ook ongewervelde dieren, zoals slakken of wormen.
Meer over de Blauwtongskink